Hendrik Beerenburg was een handelaar in kruiden, gevestigd in Amsterdam. Al sinds het begin van de 18de eeuw maakte hij dit kruidenmengsel volgens geheim recept. De pakjes kruiden werden snel populair, vooral onder schippers van die tijd. Door deze schippers werden de kruiden en ook het kruidenbitter bekend in grote delen van het land, met name in Friesland. De kruidenhandelaar Jacob Hooy was een tijd- en plaatsgenoot van Hendik Beerenburg. Al snel waren de Beerenburgkruiden ook verkrijgbaar in de winkel van Jacob Hooy aan de Kloveniersburgwal in Amsterdam, waar zij tot op de dag van vandaag nog verkocht worden.
Gebruiksaanwijzing: Doe de kruiden in een fles met een inhoud van 2 liter. Voeg daarbij 1 1/2 liter brandewijn of jenever (bij voorkeur 38% alcohol). Brandewijn geeft een betere smaak. Dit mengsel 2-3 weken laten trekken (macereren). Elke dag een keer rustig schudden. Langer laten trekken heeft geen zin, en zorgt alleen maar voor een vervelende smaak en de onttrekking van te veel looistof aan de kruiden. Het geheel moet NIET VERWARMD worden. Daarna filteren door bijvoorbeeld een katoenen lap (rustig gieten zodat de kruiden in de fles achter blijven). Dan is het Beerenburg kruidenbitter klaar.
Ingrediënten: Brandnetel (Urticae dioica), eikenbast (Quercus robur), essenblad (Fraxinus excelsior), wilgenblad (Salix purpurea), gezegende distel (Cnicus Benedictus), alsemkruid (Artemisia absinthium), jeneverbes (Juniperus communis), laurierbessen (Laurus nobulis), sandelhout (pterocarpus soyauxxi), gentiaanwortel (Gentiana Lutea), kalmoeswortel (Acorus Calamus), oranjeschil (Citrus Aurantium).
